taalpsychologisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- taal·psy·cho·lo·gisch
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van taal zn en psychologisch bn
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | taalpsychologisch | taalpsychologischer | |
verbogen | taalpsychologische | taalpsychologischere | |
partitief | taalpsychologisch | taalpsychologischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
taalpsychologisch [1]
- (taalkunde) (psychologie) betrekking hebbend op de geestelijke verwerking, perceptie en productie van taal
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord taalpsychologisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.