Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • taal·bio·gra·fie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taalbiografie taalbiografieën
verkleinwoord taalbiografietje taalbiografietjes

Zelfstandig naamwoord

de taalbiografiev

  1. (taalkunde) een levensverhaal over wat taal in het algemeen voor iemand betekent
    • In een taalbiografie kun je bijvoorbeeld schrijven over wat je moedertaal is, of je taal leuk vindt en of je goed bent in taal. 

Gangbaarheid