• sy·nes·the·sie
  • In de betekenis van ‘verbinding tussen voorstellingen uit verschillende zintuigsferen’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
  • afgeleid van het Griekse 'aísthēsis' (gevoel) met het voorvoegsel syn- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord synesthesie -
verkleinwoord - -

de synesthesiev

  1. (taalkunde) stijlfiguur waarbij er verbinding wordt gelegd tussen twee begrippen uit verschillende zintuigsferen b.v. 'schreeuwende kleuren'
  2. (biologie) het doordringen van een prikkel van een zintuig in een hersendeel dat eigenlijk andere zintuigen zou moeten interpreteren [3]
    • Bij het gebruik van lsd kan men synesthesie ervaren. Dit betekent dat bijvoorbeeld cijfers opeens een kleur krijgen, of geluid een geur. 
81 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[4]