vervoeging van
surtir

surtáis

  1. aanvoegende wijs tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van surtir
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van surtir
vervoeging van
surtirse

surtáis

  1. aanvoegende wijs tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van surtirse
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van surtirse