supuraba
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van supurar
- derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van supurar
supuraba
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van supurarse
- derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van supurarse