vervoeging van
supurar

supura

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van supurar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van supurar
vervoeging van
supurarse

supura

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van supurarse