Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • su·per·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord supertijd supertijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de supertijdm

  1. (sport) buitengewoon goede uitslag bij een snelheidssport
    • De Duitse organisatoren hoopten zondag op een duel tussen de wereldrecordhouder en Duncan Kibet, die dit jaar de marathon van Rotterdam op zijn naam schreef met een supertijd van 2 uur, 4 minuten en 27 seconden. De 31-jarige Keniaan hield het aan de zijde van Gebrselassie ongeveer 20 kilometer vol en haakte toen af. De Ethiopische vedette had na 25 kilometer nog twee 'hazen' over, de Kenianen John Kales en Sammy Kosgei. Na iets meer dan 30 kilometer moest Gebrselassie het verder alleen doen. [1] 
    • Op het einde van de rit moest ik steeds meer omhoog met mijn rug', zei Kramer. 'Dan hou je geen snelheid meer. Begrijp me goed, Jorrit heeft een fantastische tijd gereden. Ook als ik fit was, dan had ik misschien wel niet sneller dan hem gereden. Want ik heb nog nooit zo snel op dit soort baan gereden. Hij heeft een supertijd neergezet. Alle credits voor hem.' [2] 
  2. hele fijne periode
    • Het was voor haar voor het eerst dat ze haar grenzen aan had gegeven en dat we niet boos waren, maar juist meelevend hadden gereageerd kwam voor haar als een opluchting. We hebben nog een supertijd met haar gehad, waarin zij durfde te oefenen met nee zeggen en wij beter keken hoe we haar konden steunen. Later hebben we nog veel contact met haar gehouden. We zijn nog een keer bij haar op bezoek in Thailand geweest, hebben haar hele familie ontmoet en ook zij is nog twee keer terug geweest om ons op te zoeken. [3] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Het Parool 20 SEPTEMBER 2009 Gebrselassie mist wereldrecord in Berlijn
  2. Het Parool 18 FEBRUARI 2014, Sven Kramer schaatste met rugblessure
  3. De Telegraaf 17 sep. 2014 Zes au pairs later...
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be