suela
vervoeging van |
---|
solar |
suela
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van solar
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van solar
vervoeging van |
---|
soler |
suela
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van soler
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van soler
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van soler
- suela in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española