• sub·trac·tie
  • uit het Latijn [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord subtractie subtracties
verkleinwoord

de subtractiev

  1. aftelsom, bepalen van een verschil
    • Vergelijking van deze vier foto's met de andere twee bij dit artikel toont allereerst het heldere beeld dat door subtractie angiografie mogelijk is. [2] 
    • Deze computer kan nog niet veel: een subtractie van twee (kleine) getallen uitvoeren en getallen op grootte sorteren. Maar het proof of principle is er nu; en we weten wat er na het bewijs van het principe met de huidige generaties computers is gebeurd! [3] 
  2. een stof uit een mengsel verwijderen; onttrekking
83 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[4]