Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sub·top·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord subtopper subtoppers
verkleinwoord subtoppertje subtoppertjes

Zelfstandig naamwoord

de subtopperm

  1. (sport) club of speler die tot de subtop behoort

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be