subtiel
- sub·tiel
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘fijn’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- afgeleid van het Latijnse 'tēla' (web, weefsel, schering) met het voorvoegsel sub- [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | subtiel | subtieler | subtielst |
verbogen | subtiele | subtielere | subtielste |
partitief | subtiels | subtielers | - |
subtiel
- alleen bij nauwkeurig toezien of voor fijn gevoel waar te nemen of te begrijpen
- Had je dat niet een beetje subtieler kunnen doen?
- fijn onderscheidend, scherpzinnig
- Het is echt een zeer subtiel verschil.
1. alleen bij nauwkeurig toezien of voor fijn gevoel waar te nemen of te begrijpen
2. fijn onderscheidend, scherpzinnig
- Het woord subtiel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "subtiel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "subtiel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be