substantiveer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sub·stan·ti·veer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
substantiveren |
substantiveer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van substantiveren
- Ik substantiveer.
- gebiedende wijs van substantiveren
- Substantiveer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van substantiveren
- Substantiveer je?