vervoeging van
suavizar

suavice

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van suavizar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van suavizar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van suavizar