stuntdubbel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stuntdubbel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stunt·dub·bel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stunt en dubbel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stuntdubbel | stuntdubbels |
verkleinwoord | stuntdubbeltje | stuntdubbeltjes |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die een acteur vervangt op het moment dat er stunts worden gedaan.
Gangbaarheid
- Het woord 'stuntdubbel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.