Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stuif·sneeuw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stuifsneeuw
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de stuifsneeuwv / m

  1. (meteorologie) fijn verdeelde sneeuw die door sterke wind verplaatst wordt
    • De spoorlijn tussen Groningen en Leeuwarden werd door een heuvel van stuifsneeuw bedolven. 

Meer informatie

Gangbaarheid