Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stu·den·ten·le·ven
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord studentenleven studentenlevens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het studentenleveno

  1. het gedeelte van maatschappelijke gebeurtenissen dat betrekking heeft op studenten
    • In Leiden en Groningen is een uitgebreid studentenleven. 

Gangbaarheid