Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stroom·prijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stroomprijs stroomprijzen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de stroomprijsm

  1. tarief dat voor het gebruik van stroom moet worden betaald
     Door de lage stroomprijs wordt bijvoorbeeld de terugverdientijd voor zonnepanelen langer.[2]
     Vattenfall maakte de afgelopen jaren verlies vanwege lage stroomprijzen en hoge kosten, aldus het bedrijf.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Erik van der Walle
    “CO2 uitstoten is opeens goedkoper” (25 maart 2020) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Hester van Santen
    “Moederbedrijf Nuon schrijft zwarte cijfers” (8 februari 2018) op nrc.nl