strijkgoed
- Geluid: strijkgoed (hulp, bestand)
- strijk·goed
- samenstelling van strijk en goed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | strijkgoed | |
verkleinwoord |
het strijkgoed o
- Het textiel dat nog gestreken moet worden.
- Tante Sidonia blijft thuis omdat ze nog voor drie weken strijkgoed heeft.
- Het woord strijkgoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "strijkgoed" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be