Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • strijk-en-zet
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bijwoord van hoedanigheid: schering en inslag’ voor het eerst aangetroffen in 1561 [1]
  • (samenkoppeling) van "strijk en zet", waarschijnlijk van het bij een kansspel opstrijken (van de winst) en meteen opnieuw weer inzetten

Bijwoord

strijk-en-zet

  1. herhaaldelijk, telkens weer
    • Hij beweert strijk-en-zet dat hij zich van de prins geen kwaad weet 
    • Storingen waren strijk-en-zet. 

Gangbaarheid

Verwijzingen