streak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- streak
Werkwoord
vervoeging van |
---|
streaken |
streak
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van streaken
- Ik streak.
- gebiedende wijs van streaken
- Streak!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van streaken
- Streak je?
Gangbaarheid
- Het woord streak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.