stormde op
- Geluid: stormde op (hulp, bestand)
- storm·de op
vervoeging van |
---|
opstormen |
stormde op
- enkelvoud verleden tijd van opstormen
- Ik stormde op.
- Jij stormde op.
- Hij, zij, het stormde op.
- Ik stormde op.
- Het woord stormde op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.