stoomkoker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stoomkoker (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stoom·ko·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stoom en koker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stoomkoker | stoomkokers |
verkleinwoord | stoomkokertje | stoomkokertjes |
Zelfstandig naamwoord
de stoomkoker m
- een huishoudelijk apparaat waarmee men voedsel kan stomen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'stoomkoker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.