stonden af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stonden af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstɔndə(n) ˈɑf / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- ston·den af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afstaan |
stonden (…) af
- meervoud verleden tijd van afstaan
- Wij stonden af.
- Jullie stonden af.
- Zij stonden af.
- Wij stonden af.
Gangbaarheid
- Het woord stonden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.