stokbrood
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stok·brood
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘dun langwerpig Frans brood’ voor het eerst aangetroffen in 1971 [1]
- samenstelling van stok en brood
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stokbrood | stokbroden |
verkleinwoord | stokbroodje | stokbroodjes |
Zelfstandig naamwoord
het stokbrood o
- (voeding) lang smal brood met knapperige korst
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord stokbrood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stokbrood" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "stokbrood" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be