Nederlands

 
[2] gordijnen horen bij de stoffering van een huis
Uitspraak
Woordafbreking
  • stof·fe·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stoffering stofferingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

stoffering v [1]

  1. de bekleding van een voorwerp met textiel, eventueel met een veerkrachtige vulling eronder
  2. de aankleding van een gebouw of ruimte met vloerbedekking, gordijnen en andere decoraties
    • De coalitie wil de komende jaren acht Nijmeegse wijken van het aardgas af halen en een milieuzone instellen. Mensen die recht hebben op bijzondere bijstand krijgen in het vervolg voor noodzakelijke spullen een vergoeding op het niveau van tweedehands artikelen. Alleen voor beddengoed, stoffering en witgoed blijft de nieuwprijs gelden. [2] 
    • Ieder interieur is anders, dus na het zien van de nieuwe woontrends is het najaarsfeest ook hét moment om de mogelijkheden voor de eigen woning te bespreken. De interieurontwerpers van Plaisier geven gasten graag advies op maat. Zij kunnen een interieurontwerp maken waarin desgewenst alle ingrediënten worden meegenomen: meubels, verlichting, stoffering, raamdecoratie, vloerbedekking, verf, wandbekleding en accessoires. Deskundig advies over slechts één onderdeel of meubelstuk is uiteraard ook mogelijk. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen