Nederlands

 
stoeptegel met symbool tegen zinloos geweld
Uitspraak
Woordafbreking
  • stoep·te·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stoeptegel stoeptegels
verkleinwoord stoeptegeltje stoeptegeltjes

Zelfstandig naamwoord

de stoeptegelm

  1. een platte steen waarmee een stoep bestraat wordt
    • Hij viel op de stoeptegels en haalde zijn been open. 

Meer informatie

Gangbaarheid