stoelpoot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stoel·poot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stoel en poot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stoelpoot | stoelpoten |
verkleinwoord | stoelpootje | stoelpootjes |
Zelfstandig naamwoord
de stoelpoot m
- de poot van een stoel
- Doordat toen hij ging zitten de stoelpoot brak, viel hij op de grond.
Vertalingen
1. de poot van een stoel
Gangbaarheid
- Het woord stoelpoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stoelpoot" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be