stemkamer
- stem·ka·mer
- samenstelling van stem ww en kamer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stemkamer | stemkamers |
verkleinwoord | stemkamertje | stemkamertjes |
- (metaalbewerking) een halvormige ruimte in een klokkengieterij waar de klokken gestemd worden
- Die grote klok is nog in de stemkamer.
- Het woord 'stemkamer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.