Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stem·bus·gang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stembusgang stembusgangen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de stembusgangm

  1. (politiek) het uitbrengen van een stem door de stemgerechtigden
    • Na deze zitting zal het CHS binnen zes maanden na de stembusgang het eindverslag van de verkiezingen presenteren.[1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen