stekend
- ste·kend
vervoeging van: | steken |
verbogen vorm: | stekende |
stekend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | stekend | stekender | stekendst |
verbogen | stekende | stekendere | stekendste |
partitief | stekends | stekenders | - |
stekend
- van een opmerking dat ze kwetsend is
- Hij maakte weer eens een paar stekende, ongepaste opmerkingen.
- prikkend
- Hij sloeg de stekende wesp dood.
- Het woord stekend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tubantia 03-08-13 Schoenwinkelier Jan Rohof (87) uit Almelo overleden
- ↑ Tubantia 28-02-13 Lijk in plastic gevonden op strand Maasvlakte