Nederlands

 
waarschuwingsbord voor steenslag
Uitspraak
Woordafbreking
  • steen·slag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord steenslag
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

steenslag o [1]

  1. gebroken steen, van zowel natuursteen als puin gebruikt in o.a. asfalt en als ballast bij spoorwegen
    • Hij roemt ook de vooruitstrevendheid van Nederlandse wegenbouwers. 'Vroeger werd precies voorgeschreven welk mengsel je moest gebruiken bij de bereiding van asfalt, van de steenslag en het zand tot het bindmiddel bitumen. Nu wordt de bouwer bij de aanbesteding van een weg functioneel uitgedaagd. Het asfalt moet voldoen aan hoge eisen in onder meer buigzaamheid en stroefheid. Die vrijheid heeft geleid tot veel onderzoek naar nieuwe mengsels en een toename van de kwaliteit.'[2] 
  2. (door slijtage van de weg ontstane) steentjes die los op het wegdek liggen
    • De veiligheidsfunctionaris van het park zei dat de medewerkers op eigen initiatief handelden omdat de rally-organisatie van de verantwoordelijke autoriteiten zijn gang mocht gaan en geen last had van de gebruikelijke regelgeving. "Een stuk weg van negen kilometer met steenslag en gruis had bijvoorbeeld nat gemaakt moeten worden om milieuschade door stofwolken en motorlawaai te beperken, zeker nu middenin het broedseizoen. Wij hebben de rallyrijders daarom maar afgeremd."[3] 
    • De druppels sloegen tegen de capuchons en stroomden over onze gezichten, het steenslag knarste onder onze voeten, het licht van de lantaarnpaal die aan het uiteinde van de keerplaats stond, ging plotseling aan. Even later reed een auto langzaam de heuvel op. [4] 
  3. schade die door steenslag ontstaat, als de banden van een voorganger op de weg steentjes opwerpt
    • Misschien bestaat die snelwegschutter niet, zegt de politie. En direct dalen de schademeldingen. Was het hysterie? De autoglasbranche gelooft nog wel in kogels. In twintig jaar tijd heeft hij het nooit voorbij zien komen. Steenslag op de zij- of achterruit van een auto. En Humphrey van Aagten heeft wat gebroken ruiten voorbij zien komen als rayonmanager autoglasservice bij Kwikfit. Hij was vrijdag dan ook zeer verbaasd toen de politie bekendmaakte dat er misschien wel geen snelwegschutter bestaat. Dat is volgens hem „bijna onmogelijk”.[5] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Volkskrant Marc van den Eerenbeemt 15 september 2016
  3. Tubantia 12 januari 2017
  4. Knausgard, Karl Ove
    Zoon [2009] ISBN 978-90-445-3408-5 pagina 167
  5. NRC Merel Thie 6 september 2011
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be