Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • start·ten op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opstarten

startten (…) op

  1. meervoud verleden tijd van opstarten
    • Wij startten op. 
    • Jullie startten op. 
    • Zij startten op. 

Gangbaarheid