Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sta·fy·lo·kok·ken

Zelfstandig naamwoord

de stafylokokkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord stafylokok

Gangbaarheid

62 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be