stabilo
- sta·bi·lo
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stabilo | stabilo's |
verkleinwoord | stabilootje | stabilootjes |
het stabilo o
- (luchtvaart) de (horizontale) vleugel (meestal op de staart) van een vliegtuig
1. de vleugel op de staart van een vliegtuig
- Het woord 'stabilo' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.