• staal·pil
enkelvoud meervoud
naamwoord staalpil staalpillen
verkleinwoord

de staalpilv / m

  1. populaire benaming voor tabletten die het element ijzer bevatten en die worden voorgeschreven bij bloedarmoede door ijzergebrek (ferriprieve anemie)
    • Monotoon mompelde ze haar feitjes af. Meneers ijzergehalte was voor de operatie 8,7 geweest en nu nog Vandaar dat hij zo'n lijkkleur had. / `En wat kunnen we daaraan doen?/ Staalpillen slikken?' onderbrak ik haar.maar 6,0. [2] 
    • Wat hem verder aantrekt zijn oplossingen voor eenzelfde omschrijving. Hij gebruikte ooit de opgave 'dat ijzer stop je in je mond'voor twee verschillende woorden 'staalpil'en eetlepel'.[3] 
86 % van de Nederlanders;
45 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Mizee, Nicolien
    De halfbroer [2015] ISBN 978-90-388-0034-9 pagina 236
  3. NRC Arjen Schreuder 30 september 1995
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be