Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sprook·jes·we·reld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sprookjeswereld sprookjeswerelden
verkleinwoord sprookjeswereldje sprookjeswereldjes

Zelfstandig naamwoord

de sprookjeswereldv / m

  1. de wereld waarin sprookjes werkelijk zijn
    • In de sprookjeswereld leven andere prinsen en prinsessen dan die van het koninklijk huis. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid