Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sport·sec·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sportsector sportsectors
sportsectoren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de sportsectorm

  1. (sport) de bedrijfstak van alle leveranciers van producten en diensten op het gebied van sport