Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spo·ren·on·der·zoek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sporenonderzoek sporenonderzoeken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het sporenonderzoeko

  1. (juridisch) dat deel van een onderzoek naar een misdaad dat gericht is op het vinden van sporen van de dader; forensisch onderzoek
     Op weg van school naar huis had hij op de Apollolaan een kleine menigte gezien bij roodwitte politielinten, waarbinnen mannen van de technische recherche bezig waren met sporenonderzoek.[1]
     Uit onderzoek bleek dat de brand was aangestoken. Diezelfde nacht werd ook een andere brand aangestoken, bij een discotheek aan het Prins Hendrikplein. Uit getuigenverklaringen en sporenonderzoek bleek dat er meerdere personen bij de branden waren betrokken, meldt RTV Noord.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij  , ISBN 9789023467014
  2.   Weblink bron “Man aangehouden voor brandstichting Veendam waarbij brandweerman omkwam” (DO 21 OKTOBER 2021), NOS