spoorwegmaatschappij

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spoor·weg·maat·schap·pij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spoorwegmaatschappij spoorwegmaatschappijen
verkleinwoord spoorwegmaatschappijtje spoorwegmaatschappijtjes

Zelfstandig naamwoord

de spoorwegmaatschappijv

  1. een maatschappij die een spoorweg gebruikt voor vervoersdoeleinden
    • Die spoorwegmaatschappij is laatst failliet gegaan door torenhoge schulden. 
     De aflossingen van de huisleningen werden direct van het loon afgehaald, omdat de bank — om precies te zijn Stockholms Enskilda Bank de eigenaar was van de Spoorwegmaatschappij.[1]

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691