Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spook·uur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spookuur spookuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het spookuuro

  1. het uur na middernacht (wanneer het zou spoken), middernachtelijk uur
    • Bij de KRO, van oudsher pleitbezorgers van de Britse misdaadserie en het salonmysterie-in-de-provincie, zet men ook het fictieraadsel in als zomerverstrooiing: ruim voor het spookuur begint de lange interactieve detectivenacht, waarvan de kijker per internet (detectives.kro.nl) en telefoon (0909-1234539) het programma kan bepalen. [2] 
    • The Fog ( John Carpenter, 1980) begint als een ouderwets kampvuurverhaal. Een groepje kinderen luistert ingespannen naar het relaas van een oude schipper, wiens zakhorloge als de wijzer van een trage metronoom heen en weer zwiept in het flikker-flakker licht van de vlammen. Het is bijna middernacht, het spookuur breekt aan en er valt weer een hoop te griezelen. [3] 
  2. een tijdstip dat er maar heel weinig mensen wakker of buitenshuis zijn en het zou spoken
    • Op de foto die wordt toegeschreven aan Frédéric Flachéron, en die dateert uit ongeveer 1855, is het Colosseum een dreigende, uitgeholde massa. Er is zegge en schrijve één mens op te zien, die met zijn rug naar ons toe boven op zijn eigen schaduw staat. Het is het spookuur van de middag. Ook het martelaarskruis, dat er nu niet meer is, werpt zijn schaduw recht naar beneden. [4] 
    • Spookuur: "Van twaalf tot één, zijn de spoken op de been" 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Oliver Kerkdijk 20 juni 2003 Puzzelmarathon met lijken
  3. NRC Dana Linssen 20 november 1997 The Fog
  4. NRC Cees Nooteboom 9 september 2005 Een dreigende, uitgeholde massa
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be