Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spoed·ge·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spoedgeval spoedgevallen
verkleinwoord spoedgevalletje spoedgevalletjes

Zelfstandig naamwoord

het spoedgevalo

  1. (medisch) patiënt die met haast geholpen moet worden
    • Een spoedgeval kan niet te wachten en als je dus wel moet wachten ben je, gelukkig, geen spoedgeval. 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be