splitdoek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- split·doek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van split zn en doek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | splitdoek | splitdoeken |
verkleinwoord | splitdoekje | splitdoekjes |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) operatiedoek waarmee het lichaam steriel wordt afgedekt met een opening waardoor de operatie plaatsvindt
Gangbaarheid
- Het woord 'splitdoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.