Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • speel·de door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doorspelen

speelde door

  1. enkelvoud verleden tijd van doorspelen
    • Ik speelde door. 
    • Jij speelde door. 
    • Hij, zij, het speelde door. 


Gangbaarheid