snowboardt
- Geluid: snowboardt (hulp, bestand)
- snow·boardt
vervoeging van |
---|
snowboarden |
snowboardt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snowboarden
- Jij snowboardt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snowboarden
- Hij snowboardt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van snowboarden
- Snowboardt!
- Het woord snowboardt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.