Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snel·scha·ken
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord snelschaken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het snelschakeno

  1. (schaak) het spelen van een spel snelschaak
     Uit het verslag dat we krijgen maken we op dat ze allebei een gezellige avond hebben gehad en ze een paar leuke partijtjes snelschaken hebben gespeeld, waarna ze een diepgaand gesprek voerden over Gorbatsjovs bereidheid om het Warschaupact op te heffen als het Westen tegelijkertijd de navo zou ontmantelen ...[1]
     Schaker Magnus Carlsen is in Moskou voor de vijfde keer wereldkampioen in het blitz (bliksemschaken) geworden. De Noor was in de tiebreak de Amerikaan Hikaru Nakamura de baas. Met zijn overwinning is de 29-jarige grootmeester nu wereldkampioen in alle schaakvarianten; bliksemschaken, snelschaken en klassiek schaken.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  2.   Weblink bron “Carlsen wint WK blitz en is wereldkampioen in alle schaakvarianten” (30-12-2019), NOS