sneeuwmobiel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sneeuw·mo·biel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sneeuw zn en mobiel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sneeuwmobiel | sneeuwmobielen |
verkleinwoord | sneeuwmobieltje | sneeuwmobieltjes |
Zelfstandig naamwoord
de sneeuwmobiel m
- (verkeer) voertuig voorzien ski's en rupsbanden dat zich over sneeuw kan voortbewegen
- ▸ Is het uw droom om een tocht met een sneeuwmobiel in de Alpen te maken? Zoek niet verder![1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'sneeuwmobiel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Chamois d'or” (2022)