Nederlands

 
Een kampioen op een sneeuwmobiel
Uitspraak
Woordafbreking
  • sneeuw·mo·biel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sneeuwmobiel sneeuwmobielen
verkleinwoord sneeuwmobieltje sneeuwmobieltjes

Zelfstandig naamwoord

de sneeuwmobielm

  1. (verkeer) voertuig voorzien ski's en rupsbanden dat zich over sneeuw kan voortbewegen
     Is het uw droom om een tocht met een sneeuwmobiel in de Alpen te maken? Zoek niet verder![1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Chamois d'or” (2022)