sneeuwhouwer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sneeuw·hou·wer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sneeuw en houwer , afgeleid van beeldhouwer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sneeuwhouwer | sneeuwhouwers |
verkleinwoord | sneeuwhouwertje | sneeuwhouwertjes |
Zelfstandig naamwoord
de sneeuwhouwer m
- (beroep) iemand die uit een berg sneeuw een vorm houwt, meestal als kunstvorm.
- De sneeuwhouwer maakte een mooie sneeuwsculptuur tijdens het festival.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'sneeuwhouwer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.