• sneeuw·balt
vervoeging van
sneeuwballen

sneeuwbalt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sneeuwballen
    • Jij sneeuwbalt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sneeuwballen
    • Hij sneeuwbalt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van sneeuwballen
    • Sneeuwbalt!