smouterig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- smou·te·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | smouterig | smouteriger | smouterigst |
verbogen | smouterige | smouterigere | smouterigste |
partitief | smouterigs | smouterigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
smouterig [1]
Gangbaarheid
- Het woord smouterig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smouterig" herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be