smokerig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- smo·ke·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | smokerig | smokeriger | smokerigst |
verbogen | smokerige | smokerigere | smokerigste |
partitief | smokerigs | smokerigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
smokerig [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'smokerig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smokerig" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be